LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen
Vrijdag 23 Mei 2025
Laatste update : 20/05/2025 om 9:55

LUNAK
GESCHIEDENIS VAN HET LUCHTRACEN - INTERBELLUM - LANDVLIEGTUIGEN

Deel 3

In het eerste deel van onze serie hadden we het uitgebreid over de grootste internationale series luchtraces uit de beginjaren van de gemotoriseerde luchtvaart (voor Wereldoorlog I), te weten de Gordon Bennett Aviation Trophy. De editie 1914, welke voorzien was voor september van dat jaar in Frankrijk (winnaar in 1912 en 1913), kwam door het uitbreken van de oorlog begin augustus uiteraard te vervallen.
In deel 2 kwamen de watervliegtuigen die deelnamen aan de Schneider Trophy om de officiële naam te gebruiken, de Coupe d’ Aviation Maritime Jacques Schneider, uitgebreid aan bod.
In het huidig artikel, het derde in de reeks over het luchtracen, belichten we het racen met landvliegtuigen op het Europese vasteland.
Pas 6 jaar later, in september 1920, kon de draad weer opgepikt worden.
Mede (of eigenlijk vooral) door de oorlogsperiode had de luchtvaarttechnologie in de 6 jaar een ware revolutie doorgemaakt. Frankrijk, waar in die jaren de luchtvaartindustrie een ware hausse kende, had genoeg aan nog één overwinning (de derde op rij) om de begeerde trofee definitief te veroveren en de serie te beëindigen. De wedstrijd werd gepland op 28 september 1920 in Etampes, een stad een 50-tal km ten zuiden van Parijs. Wegens de hogere vliegsnelheid werd een traject gepland tussen Etampes en Orléans van exact 100 km; dit traject diende in de race 3 maal afgelegd te worden (dus 300km in totaal). 
Op de voorziene wedstrijddag waren 7 deelnemers aanwezig. Frankrijk nam deel met 2 Nieuport 29V’s en 1 Spad-Herbemont S-20bis. Het waren allemaal aangepaste race-versies van de standaard eenpersoonsjagers van de Armée de L’Air, weinig revolutionair maar deugdelijk. Vanuit de States waren niet minder dan 4 racers overgebracht, allen enkel voor deze wedstrijd ontworpen en grotendeels niet getest. Uiteindelijk zouden er slechts 2 aan de startlijn verschijnen. Van de 3 ingeschreven Britse deelnemers was er slechts één aanwezig. Noch de Brit, noch beide Amerikanen slaagden erin om ook maar 1 volle ronde te voltooien; een Franse Nieuport 29V viel uit in de 3e ronde. Winnaar werd uiteindelijk Joseph Sadi-Lecointe welke met een Nieuport 29V de 300 km aflegde in 1h 06’ 17” (271,547 km/u). Door deze Franse overwinning kwam er meteen een einde aan de Gordon Bennett Trophy.
Profiterend van hun succes organiseerden de Fransen in de daaropvolgende jaren 2 nieuwe speedraces, te weten de Coupe Deutsch de la Meurthe (1921-22) gevolgd door de Coupe Beaumont (1923-25). Voor de Coupe Deutsch de la Meurthe werden de reglementen en het parcours van de laatste Gordon Bennett wedstrijd ongewijzigd overgenomen. Beide edities haalden slechts een geringe internationale belangstelling met telkens 1 Britse en 1 Italiaanse deelnemer. Door allerhande problemen konden geen van beiden de Franse deelnemers echt bedreigen. Voor de Coupe Beaumont werd Etampes geruild voor Istres (nabij Marseille) en dienden 6 ronden van 50 km te worden gevlogen. Elk van de 3 jaar dat de race werd georganiseerd beperkte het deelnemersveld zich tot minder dan een handvol Fransen. Het ongelimiteerde snelheidsracen in Europa stierf in 1925 dan ook een stille dood.
In 1933 werd een laatste poging ondernomen met de heropstart in Frankrijk van de Coupe Deutsch de La Meurthe. De reglementering richtte zich nu echter meer op de ontwikkeling en promotie van de civiele luchtvaart. Vooreerst werd de cilinderinhoud van de motoren beperkt tot maximaal 8 liter (8000 cc). Tevens betrof het nu een race over 2000 km, in 2 gedeelten. Elk gedeelte omvatte 10 ronden van 100 km (opnieuw het traject tussen Etampes en Orleans) met tussenin een verplichte stop in Etampes van 90 minuten. Door deze nieuwe regels werden zowel de duurzaamheid van vliegtuigen en motoren als de vliegvaardigheden van de piloten belangrijker dan pure snelheid. Deze wedstrijden werden het bijna exclusieve speelterrein van de Franse vliegtuigbouwer Caudron (in samenwerking met motorfabrikant Renault).
In de 1e editie (1933) was er van het latere Caudron-overwicht nog geen sprake. Slechts 6 van de 13 ingeschreven deelnemers verschenen aan de start; 3 ervan vlogen de wedstrijd uit. Winnaar werd de Fransman Georges Detré. Aan de stuurknuppel van een Potez 53, aangedreven door een 310 PK Potez stermotor, legde hij het traject af in  6h 11’ 45” (322,818 km). Een Caudron C-362, gevlogen door René Delmotte, werd tweede terwijl de enige buitenlandse deelnemer, de Brit Nick Comper (op een Comper Swift) beslag legde op de 3e plaats. 
Vanaf de editie 1934 kwam het overwicht van de Caudrons pas echt tot volle uiting. 5 van de 8 starters waren Caudrons (1 C-450, 3 C-460’s en 1 C-366) naast 2 Potez 53’s en opnieuw de Swift van de Brit Nick Comper. Slechts 3 vliegtuigen (allen Caudrons) finishten de race. De zege ging naar Maurice Arnaux (met de enige C-450) voor Louis Massotte (op de oudere C-366) en Albert Monville (op een C-460). De winnaar deed 5 h 08’ 31” over de 2000 km (388,977 km/u). De C-450/460 serie werd aangedreven door een Renault 456 6-cylinder luchtgekoelde lijnmotor welke een vermogen leverde van 310 PK. Het verschil tussen beide modellen betrof het onderstel dat bij de C-460 voor het eerst intrekbaar was.
Het succes van de Caudron racevliegtuigen zou uiteindelijk de teloorgang van de Coupe Deutsch de la Meurthe tot gevolg hebben. In 1935 waren er slechts 5 deelnemers (allen Caudrons). Zowel de C-450 als de C-460’s waren verder gefinetuned en geen enkele andere Franse constructeur zag de mogelijkheid om een volwaardige concurrent te ontwikkelen. Buitenlandse interesse was er evenmin. 3 toestellen vlogen de wedstrijd uit. De snelste was ditmaal Raymond Delmotte (C-460) voor Yves Lacombe (eveneens C-460) en Albert Monville (C-450). De winnaar deed slechts 4h 30’ 17” over de 2000 km  wat overeenkomt met een voor die tijd fenomenale 444,001 km/u. 
De 4e en tevens laatste Coupe Deutsch in 1936 bracht slechts 3 Caudrons aan de start waarvan er 2 de wedstrijd uitvlogen. De laatste overwinning ging naar Yves Lacombe op de C-450R voor Maurice Arnoux op een C-461. De tijd en snelheid van de winnaar (5h 08’ 07” en 389,476 km/u) wijzen duidelijk op het gegeven dat deze wedstrijd niet op vol vermogen werd gevlogen.
Heden ten dage zijn er nog weinig racers uit deze periode bewaard gebleven. De winnende Potez 53 Coupe Deutsch 1933) is nog te zien in één van de zalen van het Musée de l’ Air et de l’ Espace op de Parijse luchthaven Le Bourget. Begin 2009 bouwde het Amerikaanse bedrijf Aerocraftsman Inc. in Flabob, Californië een vliegwaardige kopie (weliswaar met een Amerikaanse Fairchild Ranger motor) van de Caudron C-460. Dit vliegtuig was één van de hoogtepunten van het tweejaarlijkse salon op Le Bourget van juni 2009. Tot op heden maakt het eveneens deel uit van de museumcollectie.
Met de Coupe Deutsch de la Meurthe kwam een definitief einde aan het luchtracen op het Europese continent. In Groot-Brittannië daarentegen beleefden luchtraces in de jaren dertig een hoogtepunt. We zullen het hierover hebben in een volgend artikel in onze reeks.

(Tekst: Marc Van Ryssel - Foto's: Marc Van Ryssel & Guido Van Roy - Illustraties: Guido Van Roy)

Klik op de  foto van de Caudron C.460 replica voor de beeldmontage.