LUchtvaart Nationaal Antwerpen Kempen

LUNAK
SCHAALMODEL FOKKER D-VIII FRANS KUHN

De Fokker D-VIII is een schaalmodel nagebouwd volgens de bestaande, vliegwaardige replica van de Fokker D-VIII die te bezichtigen is in het Stampe & Vertongen Museum op de Luchthaven van Antwerpen.
Het model van Frans is op schaal 1/4. De spanwijdte bedraagt 2,08 m en de lengte 1,65 m. Het gewicht komt op 7,1 kg (waarvan 900 gram lood). Als bespanning gebruikte Frans Oratex. De motor op het toestel is een Pichler 120 gevoed door 2 x lipo 5500 Mah en regelaar Castel 100 Amp. Voor het aansturen van de roeren gebruikte Frans Hitec-servo’s.
De tijd die Frans spendeerde om zijn sublieme Fokker D-VIII te bouwen komt op ongeveer 500 uur. Frans begon aan de bouw in november 2020 en werkte zijn pronkstuk af in juli 2021.
Voor de modelpiloten onder ons: het volledige bouwverslag van de Fokker D-VIII dat door Frans werd samengesteld, kan u nalezen in het VML magazine Tijdingen nr 3 september 2021.
Wij wensen Frans veel plezier met zijn modelvliegtuig en steeds behouden vluchten!

Hierna in het kort de geschiedenis van de man-dragende versie van het model uit Wereldoorlog I.
In mei 1918 startte vliegtuigbouwer Anthony Fokker met de constructie van zijn vijfde ééndekker, de E.V. uitgerust met een parasolvleugel gelijkend op de bekende Franse Morane-Saulnier AC MoS23.
In juni/juli 1918 begonnen de leveringen aan de eenheden van de Duitse Militaire Luchtvaart. Het toestel bewees op bijna alle vlakken de betere te zijn in verhouding tot de vliegtuigen die de geallieerden op dat moment ter beschikking hadden.
De gevechtspiloten van JagdStaffel (Squadron - Smaldeel) Jasta 6 kregen in augustus 1918 als één van de eerste eenheden de Fokker E.V. ter beschikking. Men werd vrijwel onmiddellijk geconfronteerd met enkele catastrofale ongevallen te wijten aan problemen met de vleugels. Eenzelfde probleem dat zich eerder ook manifesteerde bij de vleugels van de Fokker DR-I. Na onderzoek bleek dat de oorzaak van het vleugel-falen te zoeken was bij de constructeur die verantwoordelijk was voor de fabricage van de vleugel. De crashes werden toegeschreven aan enerzijds het gebrek aan voldoende ervaren personeel en anderzijds door gebruik te maken van hout van minderwaardige kwaliteit.
Gevolg was dat alle bestaande toestellen dienden aangepast te worden. De nog te bouwen vliegtuigen kregen vanaf dan de aanduiding D-VIII.
Omwille van de vertraging die werd opgelopen door de vleugelperikelen kwam de Fokker D-VIII te laat op het strijdtoneel en diende de duimen te leggen ten overstaan van de nieuwe en verbeterde jachtvliegtuigen die ondertussen aan het front actief waren.
De Fokker D-VIII had een spanwijdte van 8,40m en een lengte van 5,80 meter, alles samen met een totaalgewicht van ongeveer 600 kg. De maximum snelheid lag om en bij de 200 km/u. De autonomie bedroeg 90 minuten (1u30’) of ongeveer een kleine 300 km actieradius. De plafondhoogte bedroeg 6000 meter. Als krachtbron beschikte de Fokker D-VIII over een 110 pk sterke Oberursel UR II stermotor (hoewel ook andere krachtbronnen tot de mogelijkheden behoorden). De piloot had als bewapening twee vaste naar voor vurende Spandau MG08 mitrailleurs kaliber 7,92 mm ter beschikking.

(Tekst : Jef Pets - Foto’s Frans Kuhn & Jef Pets)

Klik op de foto van de "echte" Fokker D-VIII van het Stampe & Vertongen museum en ontdek het prachtig schaalmodel van Frans.